Militair veroordeeld voor valse kentekenplaten
ECLI:NL:RBGEL:2019:1612
Uitspraak delen
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
15-04-2019
Datum publicatie
16-04-2019
Zaaknummer
05/880855-17
Rechtsgebieden
Strafrecht
Bijzondere kenmerken
Eerste aanleg – meervoudig
Inhoudsindicatie
De militaire kamer veroordeelt ex-militair tot een werkstraf van 160 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van 3 jaren wegens het voorhanden hebben van vijfentwintig valse kentekenplaten.
Vindplaatsen
Rechtspraak.nl
Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/880855-17
Datum uitspraak : 15 april 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats]
raadsvrouw: […]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 1 april 2019.
1
De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Primair
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 maart 2017 tot en met 1 juli 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) valselijk opgemaakte en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit, te dienen, te weten:
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 1] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 2] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 3] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 4] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 5] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 6] ),
– een kentekenplaat met de tekens ( [kenteken 7] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 8] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 9] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 10] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 11] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 12] ) en/of
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 13] )
opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad, bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat die kentekenplaat/-platen onbevoegd was/waren nagemaakt, en/of dat die kentekenplaat/-platen niet was/waren voorzien van echtheidskenmerken (te weten (een) unieke lamineercode(s) en/of (een) duplicaatcode(s) en/of (een) keurmerk(en) van de kentekenplaat-producent(en) en/of (een) fabricagedatum/fabricagedata en/of (een)geïntegreerd(e) blauw(e) EU-symbo(o)l(en) met (het) NL-teken(s)), terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die geschriften bestemd waren om gebruik van te maken als waren deze echt en onvervalst;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 10 maart 2017 tot en met 1 juli 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten:
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 1] ),
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 2] ),
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 3] ),
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 4] ),
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 5] ),
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 6] ),
– een valselijk opgemaakte kentekenplaat met de tekens ( [kenteken 7] ),
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 8] ),
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 9] ),
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 10] ),
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 11] ),
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 12] )en/of
– valselijk opgemaakte kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 13] )
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 10 maart 2017 reed verdachte te Amsterdam in een taxibus op een lijnbusbaan terwijl verbalisanten geen ontheffing daarvoor achter de ruit van het voertuig zagen. Hierop werd verdachte staande gehouden. In het voertuig werden kentekenplaten aangetroffen met de kentekens [kenteken 1] (2 exemplaren) en [kenteken 2] (1 exemplaar).2
Op 27 juni 2017 werd de woning van verdachte aan de [adres] te Amsterdam doorzocht. In de kleine slaapkamer en kelderbox werden kentekenplaten met de volgende kentekens aangetroffen: [kenteken 4] (2 stuks blauw), [kenteken 3] (2 stuks geel), en [kenteken 2] (1 stuk geel) en een plaat met de opdruk “ [naam 1] ” (1 stuk wit). 3
Op 1 juli 2017 trof de politie in de garage van de woning van verdachte aan de [adres] te Amsterdam een aantal goederen aan, waaronder twee snorscooters op naam van verdachte, meerdere poststukken gericht aan verdachte, militaire kleding met initialen [letters] , kentekenplaathouders en 17 kentekenplaten. De kentekenplaten met de navolgende kentekens werden in beslag genomen:
[kenteken 5] (2 stuks geel);
[kenteken 6] (2 stuks geel);
[kenteken 7] (1 stuk geel);
[kenteken 8] (2 stuks geel);
[kenteken 9] (2 stuks geel);
[kenteken 10] (2 stuks geel);
[kenteken 11] (2 stuks geel);
[kenteken 12] (2 stuks blauw);
[kenteken 13] (2 stuks blauw).
De kentekenplaten waren niet voorzien van een unieke code en er waren geen keurmerken op de kentekenplaten aanwezig.4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde voorhanden hebben van valse kentekenplaten, terwijl hij weet dat deze vals zijn.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit. Verdachte heeft de ten laste gelegde feiten ontkend en van enige betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde is niet gebleken. De aangetroffen kentekenplaten behoren niet toe aan verdachte, maar een of meer onbekend gebleven personen, aldus de verdediging.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer is van oordeel dat uit de hiervoor vermelde “vaststaande feiten” volgt dat verdachte alle in de tenlastelegging genoemde kentekenplaten voorhanden heeft gehad.
Daartoe overweegt de militaire kamer dat deze kentekenplaten in de beschikkingsmacht van verdachte waren. Zij zijn immers, tussen andere spullen van verdachte, in zijn woning, het voertuig waarin hij reed en in de parkeergarage van zijn woning aangetroffen.
Bij de aangetroffen platen bevond zich bovendien een kentekenplaat met kenteken [kenteken 9] . Het voertuig behorende bij dat kenteken stond op naam van verdachte5. Het standpunt van de verdediging dat de kentekenplaten mogelijk aan een ander of anderen toebehoorden, dat niet nader is onderbouwd, is naar het oordeel van de militaire kamer dan ook ongeloofwaardig.
Echtheid van de kentekenplaten en de wetenschap van verdachte hiervan
De kentekenplaten die in het voertuig zijn aangetroffen waren vals. Dit blijkt onder meer uit de volgende bevindingen:6
–
de afwezigheid van een unieke 10 cijferige lamineercode links onder;
–
de afwezigheid van het keurmerk van de kentekenplaatproducent met het bedrijfsnummer;
–
het blauwe gedeelte met daarin NL en het EU symbool zijn niet geïntegreerd in de plaat maar op de plaat gestickerd. Tevens zijn de sterretjes in het EU logo omgekeerd en wijzen de puntjes naar beneden;
–
de afwezigheid van een fabricagedatum aan de rechterzijde van de plaat.
Ook de kentekenplaten die in de woning van verdachte zijn aangetroffen zijn vals. De platen waren volgens een deskundige van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit vals, hetgeen volgt uit de omstandigheden dat er geen lamineercodes op zaten en dat de sterren om “NL” verkeerd waren geplaatst. 7
De in de parkeergarage aangetroffen kentekenplaten waren niet voorzien van een unieke code, en evenmin van een keurmerk. Voorts betrof het “NL euro teken” (de militaire kamer begrijpt: het blauwe gedeelte op een kentekenplaat) een sticker. 8 De militaire kamer trekt hieruit de conclusie dat ook deze kentekenplaten vals waren.
Met betrekking tot de plaat met opdruk “ [naam 1] ” overweegt de militaire kamer dat dit geen kentekenplaat betreft.
Ten aanzien van de vraag of verdachte ook op de hoogte was van de valsheid van de kentekenplaten, overweegt de militaire kamer het navolgende.
Verdachte staat sinds 30 januari 2014 bij de Kamer van Koophandel geregistreerd als vennoot van de vennootschap onder firma [naam 2] .9 Over het kenteken [kenteken 9] , dat zoals hiervoor al is aangegeven op naam stond van verdachte, heeft verdachte verklaard dat het voertuig waar dit kenteken betrekking op heeft, toebehoort aan het bedrijf [naam 2] en dat de kentekenplaten bij dat voertuig blauw behoren te zijn.10 Onder de inbeslaggenomen kentekenplaten bevinden zich 2 gele kentekenplaten van het kenteken [kenteken 9] . Verdachte moet, als ondernemer die werkzaam is in de taxibranche, hebben geweten dat deze platen vals waren, alleen al omdat zij niet in de voor een taxi vereiste kleur blauw waren uitgevoerd.
De militaire kamer constateert verder op basis van de hiervoor vermelde “vaststaande feiten” dat zich onder de inbeslaggenomen kentekenplaten twee gele kentekenplaten ( [kenteken 11] ) en twee blauwe kentekenplaten ( [kenteken 13] ) bevonden. Deze platen zijn op één en dezelfde locatie aangetroffen. De grote gelijkenis tussen de kentekens en de uitvoering daarvan in verschillende kleuren, maakt op zijn minst aannemelijk dat deze platen niet door de daartoe bevoegde instantie zijn uitgegeven. De militaire kamer acht niet aannemelijk dat verdachte deze gelijkenis en de daaraan gekoppelde aannemelijkheid dat het valse platen betreft, is ontgaan. 11
Hier komt bij dat uit mededelingen van [naam 3] voortvloeit dat hij op de hoogte was van het verkrijgen van kentekenplaten via de niet officiële weg. Hij heeft verklaard dat de fabrikant van de platen [verdachte] zou zijn met telefoonnummer [nummer] en gebruikersnaam [naam 4] . [naam 3] heeft daarbij twee fotografische afbeeldingen laten zien van een WhatsApp-groep waarin hij zelf deelnemer was. Op deze afbeeldingen is te zien dat ene “ [naam 6] ” in een WhatsApp groep kentekenplaten te koop aanbiedt met vermelding van voornoemd telefoonnummer [nummer] en gebruikersnaam. 12
Uit de global adresslist van het ministerie van defensie, is bij de naam van verdachte het telefoonnummer [nummer] vermeld.13 De militaire kamer acht dan ook onaannemelijk dat de “ [naam 6] ” die in de advertentie/WhatsApp-groep kentekenplaten te koop aanbiedt een andere persoon is dan verdachte.
De militaire kamer overweegt verder dat in een afgeluisterd telefoongesprek (fonetisch) werd gesproken over een ‘ [naam 1] ’ die gele kentekenplaten zou drukken14. Daarnaast zijn twee Imessage berichten aangetroffen op de Ipad, die afkomstig is uit de woning van verdachte, met de volgende tekst: “Het is een taxi auto met meter, ik heb de chauffeurspas, hotel klaagt niet, blauwe kenteken zijn er niet voor de klangen (naar de militaire kamer begrijpt zal zijn bedoeld: ‘klanten’) maar voor de overheid.” en “Platen zijn ok! Weet je misschien een adres om een personenbusje te pachten?”. 15
Zowel het afgeluisterde telefoongesprek als de op de iPad aangetroffen berichten bieden steun voor de verklaring van [naam 3] dat verdachte betrokken was bij de productie en/of handel in valse kentekenplaten.
De militaire kamer is gezien al het voorgaande van oordeel dat verdachte wist dat de kentekenplaten valselijk gemaakt waren om te doen gebruiken als echt en onvervalst.
Ten overvloede overweegt de militaire kamer nog dat ook kentekenplaten moeten worden aangemerkt als geschriften die bestemd zijn om te dienen tot bewijs van onder meer de tenaamstelling van de auto en de registraties met betrekking tot verzekering en algemene periodieke keuring.
3
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de militaire kamer is overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 maart 2017 tot en met 1 juli 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) valselijk opgemaakte en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit, te dienen, te weten:
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 1] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 2] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 3] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 4] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 5] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 6] ),
– een kentekenplaat met de tekens ( [kenteken 7] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 8] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 9] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 10] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 11] ),
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 12] ) en/of
– kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 13] )
opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad, bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat die kentekenplaat/-platen onbevoegd was/waren nagemaakt, en/of dat die kentekenplaat/-platen niet was/waren voorzien van echtheidskenmerken (te weten (een) unieke lamineercode(s) en/of (een) duplicaatcode(s) en/of (een) keurmerk(en) van de kentekenplaatproducent(en) en/of (een) fabricagedatum/fabricagedata en/of (een)geïntegreerd(e) blauw(e) EU-symbo(o)l(en) met (het) NL-teken(s)), terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die geschriften bestemd waren om gebruik van te maken als waren deze echt en onvervalst;
4
De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Opzettelijk een vals geschrift dat bestemd is om tot enig bewijs te dienen voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
5
De strafbaarheid van het feit
De feiten zijn strafbaar.
6
De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
7. Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaren, en voorts tot het verrichten van 160 uren werkstraf, te vervangen door 80 dagen hechtenis.
Ten aanzien van het beslag heeft de officier van justitie gevorderd dat de kentekenplaten worden onttrokken aan het verkeer.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gesteld dat een voorwaardelijke gevangenisstraf niet passend is, gelet op het tijdsverloop en het feit dat verdachte geen strafblad heeft. Verdachte wil daarnaast graag aan het werk. Ten aanzien van het beslag heeft de verdediging geen standpunt ingenomen.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 18 februari 2019.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een aanzienlijke hoeveelheid valse kentekenplaten. Het handelen van verdachte acht de militaire kamer uitermate kwalijk, omdat verdachte andere personen daarmee een vrijbrief kan geven om met valse kentekens te rijden en daarmee controle en opsporing te ontlopen en hen de mogelijkheid biedt hun (financiële) verplichtingen te kunnen ontduiken.
Het is immers van groot belang dat vertrouwen kan worden gesteld in de juistheid van kentekenplaten. Dit is in het bijzonder van groot maatschappelijk belang bij opsporings-handelingen en met betrekking tot de vaststelling van aansprakelijkheid voor verkeers-overtredingen en ongevallen.
De militaire kamer neemt het verdachte ook zeer kwalijk dat hij dergelijke onmaatschappelijke feiten heeft begaan, terwijl hij zelf in dienst was van de krijgsmacht.
In het voordeel van verdachte weegt de militaire kamer anderzijds mee dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat het gaat om oude feiten. De militaire kamer acht daarom een voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals gevorderd door de officier van justitie, passend en geboden. De proeftijd van drie jaar dient ter voorkoming van recidive, waarbij de militaire kamer in het bijzonder oog heeft voor de omstandigheid dat het taxibedrijf van verdachte nog bestaat, waardoor de verleiding om te vervallen in dergelijk strafbaar gedrag groot zou kunnen zijn.
Tot slot zal de militaire kamer, ook overeenkomstig de eis van de officier van justitie, een werkstraf voor de duur van 160 uren, te vervangen door 80 dagen hechtenis, opleggen.
Beslag
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven 25 kentekenplaten, met betrekking tot welk het bewezenverklaarde is begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave aan verdachte worden gelast van de plaat met de opdruk “ [naam 1] ”.
8
De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c en 225 van het Wetboek van Strafrecht.
9
De beslissing
De meervoudige militaire kamer:
verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) maanden;
bepaalt, dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald, te weten dat de veroordeelde zich niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde voorts tot een werkstraf gedurende honderdzestig (160) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van tachtig (80) dagen;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 1] ),
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 2] ),
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 3] ),
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 4] ),
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 5] ),
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 6] ),
– een kentekenplaat met de tekens ( [kenteken 7] ),
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 8] ),
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 9] ),
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 10] ),
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 11] ),
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 12] ),
– 2 kentekenplaten met de tekens ( [kenteken 13] ).
gelast de teruggave van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan veroordeelde, te weten: een plaat met de opdruk “ [naam 1] ”.
Dit vonnis is gewezen door mr G.W.B. Heijmans (voorzitter) en mr. P.C. Quak, rechters, en
Kolonel mr. C.E.W. van de Sande, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Rokette, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 april 2019.
1
Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door wachtmeester [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 17-001140, gesloten op 22 september 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 128.
3
Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming p. 166.
4
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2017 p. 170.
5
Proces-verbaal van bevindingen, p. 86.
6
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 juni 2017 p. 138.
7
Proces-verbaal d.d. 22 september 2017, p. 16.
8
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2017, p. 171.
9
Proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking historische gegevens p.80
10
Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 1 april 2019.
11
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2017 p. 172.
12
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 november 2016 p. 26; bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 27 en 28.
13
Proces-verbaal aanvraag doorzoeking ter inbeslagneming, p. 143.
14
Uitwerking tapgesprek onderzoek [naam 5] p. 127.
15
Proces-verbaal van digitale analyse d.d. 10 augustus 2017 p. 200.